Meestal vind ik het leuk wanneer onderzoek bevestigt wat ik zelf al aanvoelde, maar in dit geval is het niet echt reden voor een feestje. Het onderzoek bevestigt immers dat migranten een groot deel van onze arme bevolking uitmaken. Wat uiteraard verklaart waarom er veel meer migranten in de criminaliteit terecht komen, omdat de link tussen armoede en criminaliteit al door vele studies is vastgesteld.
Er moeten een aantal maatregelen genomen worden om deze spiraal te keren. Met name moet men zorgen dat die gezinnen overtuigd worden van het belang van een goede opleiding. Een groot probleem is immers dat ze zelf nooit een fatsoenlijke opleiding hebben gehad en dus niet overtuigd zijn van het nut er van.
Een tweede probleem is de invoer van armen uit de landen van herkomst door middel van familiehereniging. Dit is de doodsteek voor elke poging tot integratie. Zolang de migranten zelf voor de overgrote meerderheid hun huwelijkspartner zoeken in hun land van herkomst, blijven er mensen zonder opleiding en taalkennis overkomen, en faalt elke poging tot integratie. Met elke generatie kunnen de inspanningen zo opnieuw beginnen. Hier moet ook paal en perk aan gesteld worden, voor de eigen bestwil van onze migrantengemeenschappen.
60 procent van de Turken onder armoedegrens (DS 16.10.2006)
BRUSSEL- Liefst 58,9 procent van de personen van Turkse herkomst en 55,6 procent van de mensen van Marokkaanse origine in ons land hebben een inkomen dat onder de Europese armoedegrens van 777 euro per maand ligt. Dat blijkt uit de voorlopige resultaten van een onderzoek in opdracht van de Koning Boudewijnstichting.Van de Italianen in België leeft 21,5 procent onder de armoedegrens, voor de autochtone Belgen is dat 10,16 procent. Opvallend is dat ook alle andere groepen van niet-Belgische afkomst een hoger risico lopen om in armoede te leven.
Minder dan 500 euro
Uit de studie komt bovendien naar voor dat 38,7 procent van de personen van Turkse herkomst en 25 procent van de mensen van Marokkaanse origine maandelijks moeten rondkomen met minder dan 500 euro.Omdat armoede door de mensen zelf heel scherp wordt aangevoeld, werd de respondenten gevraagd naar hun subjectieve beleving: 29,2 procent van de mensen van Turkse afkomst en 37,7 procent van de personen van Marokkaanse origine gaven aan het moeilijk tot zeer moeilijk te hebben om rond te komen. Voor de Belgen was dat 12,2 procent.
Lage scholingsgraad
Dat allochtonen een groter armoederisico lopen, is volgens de onderzoekers onder meer te verklaren door hun lage scholingsgraad, hun gebrekkige kennis van het Nederlands en/of het Frans en de discriminatie die zij ondervinden op de arbeidsmarkt, in het onderwijs en bij huisvesting.Ten tweede was de eerste generatie migranten, de gastarbeiders, ervan overtuigd dat ze zouden terugkeren naar hun thuisland. Als gevolg daarvan investeerden ze niet in een toekomst in België. Ten slotte neemt de grote solidariteit in de migrantengemeenschap af met dramatische gevolgen voor de meest kwetsbare leden. Daarnaast worden sommigen uitgesloten van die solidariteit, zoals gescheiden vrouwen, en wordt die solidariteit soms als beklemmend en integratieremmend ervaren.
Eerste onderzoek
Het is de eerste keer dan in België armoede bij personen van vreemde herkomst wordt onderzocht. De strijd tegen armoede is al ruim twintig jaar één van de belangrijkste actiepunten van de Koning Boudewijnstichting.Het onderzoek, waarvan de volledige resultaten na de zomer van 2007 beschikbaar zullen zijn, wordt uitgevoerd door de Onderzoeksgroep Armoede, Sociale Uitsluiting en de Stad (Universiteit Antwerpen) en het Centre d’Etudes de l’Ethnicité et des Migrations (Université de Liège).
Morgen, op 17 oktober, is de werelddag van het verzet tegen extreme armoede.