Limburgse lerarenopleiding

Een zucht van verlichting kon de afgelopen week gehoord worden in het Limburgse onderwijs. Niet alleen heeft Britney eindelijk die oen van een Kevin Federline gedumpt, maar ook werd een contra - productieve schoolstrijd tussen de verschillende netten in onze provincie afgewend. Het Limburgse onderwijs is reeds lang een pijnpunt (we komen steeds achterop bij de andere provincies) en als de spelers elkaar gaan bekampen in plaats van aan hetzelfde zeel te trekken, dan schieten we niks op. Aanstoker van het hele gebeuren was zoals steeds weer Frank Vandenbroucke (hadden we niet beter de coureur minister van onderwijs gemaakt?), in wie ik zo mogelijk nog minder vertrouwen heb als in Kevin Federline. Gelukkig dat men tenminste in de directiekamers het hoofd koel hield en besloot om samen te werken.

Dreigende Limburgse schoolstrijd afgewend (HBVL, 23.11.2006)

Het Centrum voor Volwassenenonderwijs van de provincie Limburg in Diepenbeek gaat over naar het vrije net.Daartoe wordt een vzw opgericht met als leden het Limburgse provinciebestuur, de Provinciale Hogeschool Limburg (PHL) en de Katholieke Hogeschool Limburg (KHLim). “Voor onze cursisten verandert er niets,” zegt gedeputeerde voor onderwijs Frank Smeets die voorzitter wordt van de vzw, “maar door dit akkoord hebben we wel een moordende concurrentieslag en een dreigende schoolstrijd in Limburg voorkomen.”

In een Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) kan iemand via avondonderwijs een ‘Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid’ behalen, waarmee hij of zij les kan gaan geven. Oorspronkelijk waren de CVO’s vooral bedoeld voor vaklieden en technici die leraar wilden worden in het technisch of beroepsonderwijs, tegenwoordig zijn er ook veel cursisten met een diploma hoger onderwijs.

In Limburg zijn er twee CVO’s: het provinciale in Diepenbeek met zo’n 1.200 cursisten en het CVO De Step van het Gemeenschapsonderwijs in Hasselt met zo’n 300 cursisten. Het katholieke net had in Limburg geen eigen CVO, 85 procent van de cursisten van het provinciale CVO konden terecht in het katholiek onderwijs. Maar het decreet lerarenopleiding van onderwijsminister Vandenbroucke veranderde een en ander. Hij voorziet nog twee manieren om leraar te worden: via de initiële lerarenopleiding (180 studiepunten of drie jaar, te vergelijken met het vroegere regentaat) of via de specifieke lerarenopleiding (ter vervanging van zowel de CVO’s als de aggregaten bij de universiteiten). Omdat die initiële en specifieke lerarenopleidingen nauw op elkaar moeten aansluiten en samenwerken, wilde de KHLim met een eigen specifieke lerarenopleiding starten. De hogeschool had daarvoor zelfs al een erkenning aangevraagd en gekregen bij minister Vandenbroucke.

Voor het provinciale CVO in Diepenbeek (het grootste en volgens velen ook beste van Vlaanderen) dreigde de catastrofe. Als het katholieke net in Limburg zelf voor zijn avond-lerarenopleiding zou zorgen, kon het tot 85 procent van zijn cursisten verliezen. Dankzij het associatieoverschrijdend akkoord tussen provincie, PHL en KHLim is dat gevaar geweken, en gaan het provinciale en het katholieke net samenwerken voor de lerarenopleiding.Er komt ook een Regionaal Overlegplatform Lerarenopleiding voor alle Limburgse lerarenopleidingen. Was de KHLim van plan om zelf met die pedagogische opleiding te beginnen? “We hadden hierover al een akkkoord met onze collega’s van Geel,” zegt Willy Indeherberge, directeur van de KHLim. “Maar uiteindelijk vonden we die afstand toch te groot.”