PeterVerpoorten

Een groene politieke weblog uit Herentals

zaterdag, juli 30, 2011

Links & de islam

In de nasleep van de massamoord in Noorwegen wil ik toch even stilstaan, niet bij de feiten zelf, maar bij het politieke debat dat eraan voorafgegaan is. Niet zozeer onder het moto ‘post hoc, ergo propter hoc’, maar even ingaan op rechtse argumenten die zowel links als de islam voor de voeten geworpen krijgen.

Politiek is eigenlijk iets heel simpels. Waar mensen samen leven, ontstaan er problemen. Politiek is het oplossen van deze problemen. In een democratisch politiek systeem probeert men een debat te organiseren om te kijken welke problemen prioriteit genieten, hoe we die gaan oplossen en wie deze gaat oplossen.


Ik heb dan ook grote moeite met iemand als Geert Wilders of partijen als het Vlaams Belang. Niet enkel vind ik hun ideeën radicaal fout, maar vooral de agendazetting irriteert mij mateloos. Als je de laatste jaren het politieke debat in de lage landen (en bij uitbreiding in de hele westerse wereld) volgt, dan zou je de indruk krijgen dat de aanwezigheid van moslims het grote samenlevingsprobleem bij uitstek is waarmee we geconfronteerd worden. En dat is niet het geval.


Er is een stortvloed aan publicaties die politiek links er van beschuldigd de ogen te sluiten voor het gevaar van de islam voor onze westerse waarden. Deze publicaties gaan soms zo ver tot ons te beschuldigen van een ‘islamo-gauchisme’ dat moslimvrouwen die opkomen voor emancipatie zou afschilderen als ‘reactionair’. Ook dit is niet het geval.

Ik denk niet dat iemand ter linkerzijde meent dat vrouwenrechten, homorechten of vrijheid van meningsuiting ondergeschikt zijn aan de godsdienstvrijheid. Ik denk niet dat iemand – ik kan uiteraard niet buiten de occasionele kwiet - onder het mom van cultuurrelativisme bereid is om zulke fundamentele waarden te laten varen. Ik denk dan ook niet dat er au fond zo’n groot verschil is in analyse van deze problematiek tussen mensen ter linkerzijde en de luidruchtige rechterzijde. Ik denk eerder dat het meningsverschil te maken heeft met het relatieve maatschappelijke belang van deze problematiek en het al dan niet prioriteit er aan geven in het beleid. Dit leidt uiteraard tot een héél verschillende opvatting omtrent de aanpak ervan.


De kern van het meningsverschil blijkt mijns inziens mooi uit een stukje van Mia Doornaert in de Standaard van 12.09.2008: ‘Mag kritiek op de islam nog? (…)Binnen onze democratische systemen (…) moet het democratisch debat vrij zijn gang kunnen gaan. Daarbij horen aanvallen op heilige huisjes. Dat geldt voor de Kerk van Rome, het koningshuis, de gekozenen des volks, dat geldt voor elke instelling. Waarom zou dat niet voor de islam gelden? (…) Sorry, maar niet onze democratische rechten moeten zich aanpassen aan de islam. De islam moet leven met de vrije meningsuiting, ook die van beeldenstormers.’


Het verschil tussen de kerk, de koning en de volksvertegenwoordiging enerzijds, en de islam anderzijds, is uiteraard dat de ene kant de machthebbers zijn in onze maatschappij, en de andere kant een godsdienst is die zich hoofdzakelijk situeert in onze laagste sociale klasse. Het is dan ook onnozel om de islam een ‘heilig huisje’ te noemen. Kritiek op onmachtigen vanuit de positie van Mia Doornaert is in mijn ogen dan ook te makkelijk. Ik heb net als Mia Doornaert de kans gekregen om te studeren, en heb daardoor net als haar een fatsoenlijke maatschappelijke positie weten te bereiken. Ik verdien net als Mia Doornaert goed mijn brood. Ik vind het dan niet mijn taak om de les te gaan spellen van mensen die niet die kansen hebben gekregen, en die géén enkele macht uitoefenen in deze maatschappij, die quasi nooit een forum krijgen om hun ideeën te verkondigen en als ze dit forum al krijgen die kans verknoeien omdat ze eigenlijk nooit geleerd hebben om op een fatsoenlijke manier hun mening te ventileren. De media zijn ongenadig op dit vlak.


Ook een Bart De Wever is in zijn columns heel sterk in het uitbuiten van dit debat. Op een gegeven moment presteert hij het zelfs de moslims aan te wrijven: ‘de etnische eigenheid primeert in de hoofden al te vaak op het met ons gedeelde burgerschap’. (Column DS, 08.09.2004) Dit komt dan uit de mond van een De Wever die zijn hele politieke carrière gebouwd heeft op het laten primeren van ‘etnische eigenheid’ (hetgeen bij Vlamingen uiteraard met een véél duurder woord ‘identiteit’ heet) boven het gedeelde burgerschap met onze Franstalige medeburgers… Men wrijft moslims zaken aan die men voor zichzelf wel aanvaardbaar acht.


Het is dan ook mijn mening dat extremisme binnen de islam géén maatschappelijk probleem is dat de aandacht rechtvaardigt die het fenomeen krijgt heden ten dage. Ten gronde ben ik het uiteraard eens met elke vrouw die haar vrijheid opeist, met elke homo die zijn leven wil leiden zoals hij zelf wil, en met iedereen die zijn mening vrij wil uiten op voorwaarde dat men niemand tracht aan te zetten tot haat. Ik vind uiteraard eveneens dat extremisten in de islam net als rechts - extremisten dienen aangepakt te worden indien zij de rechten van iemand anders in het gedrang brengen en de samenleving destabiliseren. Maar de aanhoudende aandacht die dit deel van het islamitische spectrum krijgt is contraproductief voor de doelstellingen van links: met name door het creëren van opwaartse sociale mobiliteit de onderlaag van de samenleving integreren tot volwaardig meetellende burgers. Vandaar de irritatie van links ten overstaan van rechtse ‘weldenkenden’ die maar op deze nagel blijven kloppen, met als gevolg een toenemende stigmatisering.


Daarom is het hele hoofddoekendebat zo schrijnend: het is zo vanzelfsprekend dat iemand een hoofddoek mag dragen als hij dat zelf wil, en dat niemand een hoofddoek moet dragen die dat niet wil. Maar door er zo’n poeha over te maken wordt dit een strijdtoneel tussen ‘wij’ en ‘zij’… Hetgeen de integratie dus niet bevordert. Daarenboven dan ook nog het halfslachtige gewauwel ter rechterzijde: ofwel is een hoofddoek een vorm van onderdrukking en dan wordt het dragen van zo’n ding verboden, ofwel is het een vrije keuze en dan hebben we ons er niet mee te moeien. Alles daartussen is moslims pesten, en dat is exact wat rechts doet en waarom ze in géén enkel geval op onze steun moeten rekenen.
Ik heb de eer gehad om in mijn eerste jaar als rechtenstudent in Leuven nog sociologie te krijgen van Luc Huyse, die toen net op de drempel van zijn emeritaat stond. Huyse beschreef ons de drie fundamentele drijfveren van de mens: geld, macht en status. Ik voel me dan ook niet geroepen om mij in dit hele debat aan de zijde van Mia Doornaert en Bart De Wever te scharen, die zowel over geld, als macht en status ten overvloede beschikken, bij het stampen naar mensen die géén enkel van deze fundamentele verlangens vervuld zagen. Vanuit links standpunt is het dan ook een onsmakelijk tafereel om deze maatschappelijk geslaagden een deel kansarmen de les te zien spellen.

De oplossing van links is simpel: haal die jongens van straat… Dit is blijkbaar niet zo makkelijk, aangezien de media van tijd tot tijd kunnen bewijzen dat de werkgevers in dit land uitdrukkelijk aangeven géén ‘arabieren’ of ‘noord-afrikanen’ te willen aannemen. Dit komt er de facto op neer dat die jongens vanuit een racistisch standpunt bewust op straat gehouden worden, met op zak enkel een pak frustratie. En dat zij daar niet op de hoek van de straat gaan staan wachten tot Mia Doornaert of Bart De Wever hun komen zeggen dat zij zich hebben te schikken naar de normen van een maatschappij die hun duidelijk liefst ziet verdwijnen. Maar dat weten Doornaert en De Wever best zelf ook wel. Daarom doen ze het lekker veilig in de krant.


Als Mia Doornaert en Bart De Wever het toch zo menen met het aanpakken van de totalitaire dreiging van het militant islamisme, dan zouden ze voor ogen mogen houden dat dit niet de eerste keer is dat wij met een fout gedachtegoed geconfronteerd worden. Op de puinhopen van de tweede wereldoorlog hebben wij een antwoord bedacht op de dubbele dreiging van foute ideologieën en de sociale rampen van de grote depressie. Dit antwoord is onze sociale verzorgingsstaat. Deze heeft voor de grootste opwaartse sociale mobiliteit aller tijden gezorgd, waarvan, als ik me niet vergis, zowel ikzelf als Mia Doornaert en Bart De Wever de vruchten van geplukt hebben. Noch het fascisme, noch het communisme hebben in West-Europa sindsdien nog arme massa’s aangetroffen om te verleiden. Alleen jammer dat Bart De Wever en zijn van graaicultuur doordrongen broodheren van Voka net alles op alles zetten om deze sociale verzorgingsstaat net zo hard mogelijk af te breken onder het mom van ‘responsabilisering’ en ‘onze economische concurrentiepositie’. Niet gehinderd door relevant cijfermateriaal natuurlijk.


Misschien dat we in plaats van dit succesrecept bij het huisvuil te zetten, met alle gevolgen van dien, het ook dienen toe te passen op de mensen die in de verleiding zouden kunnen komen van het islamfundamentalisme. Dit lijkt me nuttiger dan zedenpreken.

donderdag, juli 14, 2011

Open brief aan de Christelijke arbeidersbeweging

Beste vrienden,

Ik weet niet hoeveel advocaten er lid zijn van de ACW– koepel, maar ik ben er één van. En ik voel mij er thuis.

Ik hoop dat u mijn brief onder gelijkgezinden dan ook niet als een teken van kwade wil zal beschouwen, want dat is het niet… Het is een brief die voortvloeit uit een oprechte bezorgdheid over de huidige politieke situatie en uw en mijn positie hierin. Ik kan immers niet zeggen dat ik overloop van enthousiasme over het recente politieke parcours van het ACW.

Ikzelf ben sinds jongs af aan actief bij Agalev – Groen!, en ik heb nooit begrepen waarom het ACW de CVP – CD&V door de jaren heen is blijven steunen. Ik vond mijn eigen engagement bij de groenen immers véél dichter aanleunen bij de waarden van mijn christelijke overtuiging, dan de inhoudsarme machtspolitiek die CVP – CD&V altijd heeft gekenmerkt. Uiteindelijk weten we allemaal dat echter dat dan ook de reden was waarom de christelijke arbeidersbeweging de partij als zuil is blijven stutten: omdat deze band de kortste weg naar de macht vormde. Dat pragmatisme heb ik, zoals ik reeds zei, nooit begrepen, maar tegelijkertijd ook nooit openlijk in vraag gesteld.

Vandaag de dag is er echter meer aan de hand. We leven in een wereld die de laatste dertig jaar de grootste ideologische drift naar kapitalistisch rechts heeft gekend in een eeuw. De economie kreeg gaandeweg meer en meer vrij spel, niet langer gebonden door regels die het welzijn van de burgers en hun de integriteit van hun leefomgeving moeten beschermen. De recente bankencrisis was maar één symptoom van deze koorts. De klimaatproblematiek, wereldwijde ontbossing en diersoorten die met uitsterven bedreigd worden zijn ook gevolgen van een wereld waarin de onderneming vrij spel krijgt. Onze wereld valt aldus ten prooi aan een alles verterende hebzucht. De lijst van problemen die deze ruk naar rechts hebben veroorzaakt is dan ook héél lang.

De burgers voelen het echter perfect aan, wanneer zij de controle kwijt zijn over de overheid. Jammer genoeg is het al te makkelijk om in deze omstandigheden te maken te krijgen met een zondebokmechanisme. Dit gebeurt in talloze landen: in Nederland en Frankrijk krijgen de moslims de zwarte piet toegeschoven, in Vlaanderen is het lang kantje boortje geweest, maar blijkbaar hebben onze Franstalige landgenoten uiteindelijk aan het kortste strootje getrokken.

We hebben vandaag de dag dus te maken met een partij, de N-VA, die zich opwerpt als de spreekbuis van ‘de Vlaamse ondernemer’. Deze partij streeft er naar, onder goedkeurende oog van zijn broodheren, om - ik vat in eigen woorden samen - komaf te maken met de gijzeling van de Vlaamse rechtse meerderheid door de ondemocratische alliantie van de Vlaamse linkse minderheid met de volksvreemde Waalse linkse meerderheid.

Beste vrienden, het is belangrijk voor ogen te houden dat wij de linkse minderheid zijn die het Vlaamse ondernemerschap gijzelt. U en ik. Wij zijn de partijen en de middenveldsorganisaties die het Vlaamse volk een sociaal beleid opdringen dat het niet wenst…. Wij houden tegen dat de arbeidsmarkt ‘hervormd’ wordt en de kansarmen ‘geresponsabiliseerd’, zoals dat beleid tegenwoordig heet.

Beste vrienden, ik kan mij in deze karikatuur niet vinden. Ik weiger onze sociale verzorgingsstaat, met zijn bewezen staat van dienst op het vlak van welvaartscreatie, aan de kant te schuiven op basis van modieuze economische nonsens, die een gewetenloze graaicultuur maskeert.

De N-VA mag 27 zetels hebben in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, dit wil niet zeggen dat deze partij alles en iedereen de les mag komen spellen. Al meer dan een jaar vraagt de partij echter om gelijk te krijgen alvorens ze aan de onderhandelingstafel wil gaan zitten. Deze arrogantie is nooit gezien in de Belgische politiek.

Maar als ik eerlijk zal zijn, deel ik niet de apocalyptische visioenen die reeds een jaar lang in de pers gehuldigd worden. Het is steeds mijn standpunt geweest, dat deze crisis géén ‘regimecrisis’ is, zoals sommigen hun wensen voor werkelijkheid nemen. Deze crisis is vooral een crisis van de CD&V. De partij is in shock gegaan nadat zij in de dioxinecrisis de macht (haar reden van bestaan) was kwijtgeraakt, en heeft er alles aan gedaan om deze terug te krijgen. Echter was het eigen merk van ‘goed bestuur en wederzijds respect’ volgens de partijtop onvoldoende, er moest een kartel gevormd worden om extra stemmen binnen te halen. En zo kwam de N-VA… Met als resultaat dat de partij zich liet bedwelmen door iets dat ze nooit gekend had: een ideologie. In deze dronken roes roffelde de partij vanaf 2007 onophoudelijk mee op de communautaire trom. Resultaat: het slechtste resultaat in de geschiedenis van de partij. De partij joeg haar eigen kiezers naar de N-VA. Wie bleef er de CD&V trouw? Mijns inziens de ACW – kiezer…

Echter haakt de CD&V top nu reeds meer dan een jaar als nuttige idioten hun karretje aan de N-VA vast. Met als dieptepunt het spektakel van vorige week: ‘wij doen enkel mee als de N-VA meedoet’. Dit moet het absolute dieptepunt geweest zijn uit de historie van de partij. Hoe men nog dieper kan gaan zonder zichzelf van schaamte op te doeken, zie ik persoonlijk niet.

In de marge daarvan echter, de mededeling van uw – onze – koepel: de politieke vernieuwing is verfrissend, maar het sociaal beleid te hard. Daar ben ik het helemaal mee eens. En daarom weet ik ook dat Elio Di Rupo moeite gedaan heeft om een compromis te vinden. Omdat ik zijn nota zelf ‘aanvaardbaar’ vind, maar niet iets om enthousiast over te zijn.

Echter, en dat was de aanleiding van mijn open brief: wat wil het ACW nu eigenlijk? Een sociaal beleid? Of de huidige CD&V blijven steunen – die achter de N-VA aanloopt en dus de sociale afbraak nastreeft.

Het één is mijns inziens niet verenigbaar met het ander. De keuze is aan de koepel. Ik weet heel goed dat het opzeggen van uw steun het einde van de CD&V betekent. Maar de CD&V als zuil blijven stutten dreigt het einde van de sociale welvaartstaat te betekenen – zowel in Vlaanderen als in Wallonië.