PeterVerpoorten

Een groene politieke weblog uit Herentals

zaterdag, september 15, 2007

Uganda


Vorige week zaterdag arriveerde onze vlucht Entebbe - Zaventem in de vroege morgen op onze vaderlandse luchthaven. Allebei snipverkouden kwamen we dolblij opnieuw aan in de 'beschaving'. Ik heb de hele trip nu een weekje laten bezinken. Mijn vrienden vragen mij constant: hoe was het?


Nou, met géén pen te beschrijven. Afrika is een andere planeet. Er zijn een aantal zaken die direct in het oog springen. Huidskleur, bijvoorbeeld, maar ook 'armoede', al is dat relatief, geen hongersnood zoals veel mensen zich voorstellen. Het meest duidelijke teken van armoede is de bevolkingsexplosie. Je hebt vaak het gevoel dat je op een soort menselijke mierenhoop rondloopt. En dat hele wriemelende straatbeeld is merkwaardig: Heel Uganda loopt vol met jonge mensen. Slechts héél af en toe zie je één of andere eerbiedwaardige grijsaard, en die is dan meestal maar rond de vijftig, al ziet hij of zij er minstens een eind in de tachtig uit. Op één generatie bij ons zijn er twee gepasseerd in Afrika. Een geboorte is daar alledaags, net als een overlijden.


Dood is doodgewoon in Afrika, en of men dat nu graag hoort of niet, men tilt er daar niet zo zwaar aan als hier (men breekt er zich het hoofd minder over, ik wil niet insinueren dat verdriet in Afrika minder zwaar weegt). In Afrika is men er zich steevast van bewust dat men op elk moment op één of andere dwaze manier aan zijn eind kan komen: een slangebeet? Pech gehad. Maar de grootste doodsoorzaak is het verkeer. Dagelijkse kop in de krant: many dead in horror bus plunge. De chauffeur slaagt er echter meestal wonderbaarlijk in de ontsnappen (uit het raampje springen voor de bus in de diepte verdwijnt, bijvoorbeeld). En wat doet die man dan? De vraag werd mij nooit beantwoord, maar ik vermoed dat hij de dag erna gewoon weer op pad gaat met een andere bus...


Nu ja, je hebt niet echt geleefd als je niet op een Afrikaanse bus hebt gezeten: mensen op zetels, onder zetels, op elkaar, kippen, geiten, zakken meel en maïs, de relativiteit van de zin 'de bus is vol', de merkwaardige geur van je buurman, de merkwaardige geur van je buurman die nog merkwaardiger wordt wanneer hij plots in een plastiek zakje begint te kotsen, de verkopers van dubieus vlees (geit?) op spiesjes bij de geïmproviseerde stopplaatsen, de 'facilitators' - werkloze mannen die proberen wat geld te verdienen door busreizigers op de chaotische mestvaalt die het busstation meestal is tot bij een bus of minibus met de gezochte bestemming te loodsen, de totale afwezigheid van geregelde vertrektijden (de bus vertrekt wanneer hij vol is, dwz vol naar Afrikaanse normen, minstens tweemaal het aantal passagiers waar het voertuig in kwestie geschikt voor is). Schitterend allemaal, zolang het ding op de baan blijft. Wat niet evident is, aangezien 'asfalt' maar op een beperkt aantal wegen aanwezig is.